In het boek volg je drie kinderen met autisme: Nathan, Lyra en Jason. De beschrijvingen laten zien hoe je de aanpak Speel, leer en communiceer kan toepassen bij verschillende kinderen.
Drie voorbeelden:
Nathan en mama spelen in de woonkamer op een speelmat. Nathan vindt het leuk om zich op de mat te laten vallen of heen en weer te rollen. Na een heel druk spel, waarbij mama Nathan hielp om met mat en al neer te ploffen op de grond, ligt Nathan even uit te rusten op zijn rug. Mama zingt het liedje ‘Berend Botje’ en bij het laatste couplet pakt zij de voetjes van Nathan en tikt deze tegen elkaar: ‘Driemaal in de rondte, van je hop sa sa’. Nathan lijkt dit leuk te vinden en mama zingt het nogmaals. Bij ‘hop sa sa’ tikt zij de voeten van Nathan tegen elkaar. Om te controleren of Nathan het nog een keer wil doen, wacht mama even. Nathan kijkt haar vervolgens verwachtingsvol aan en duwt zijn voeten in haar handen. Wat een prachtige communicatie! Zowel met oogcontact als met zijn voeten vraagt hij om nog een keer. Mama zingt meteen ‘hop sa hop sa hop sa sa’, en tikt zijn voeten tegen elkaar. Dit is een leuk spel! Mama wacht weer en Nathan geeft haar heel gericht zijn voeten. Dit doen zij zeker nog vijf keer. Opeens hoort mama dat Nathan heel zacht de klank ‘sa’ zegt. Dus én oogcontact, én zijn voeten aangeven en ook nog zo’n mooie klank. Mama zingt meteen heel enthousiast ‘hop sa sa’, tikt zijn voeten tegen elkaar en gooit ook nog zijn benen in de lucht. Bij Nathan geldt, hoe woester het spel, hoe beter. Dus deze reactie van mama maakt het spel nog mooier. Ze bevestigt zijn klank ‘sa’, waarna hij deze vaker gaat inzetten.
Lyra en haar begeleider Roos spelen met een bak water. Lyra vindt het heel fijn om haar handen in het water te houden, ze heen en weer te bewegen en naar de druppels op haar vingers te kijken. Ze kan hier lang in haar eentje mee bezig zijn en lijkt dan geen behoefte te hebben aan extra speelgoed of samenspel met iemand anders. Toch probeert Roos om met dit spel communicatie te stimuleren. Lyra wil het immers heel graag doen. Om te beginnen heeft Roos het water niet meteen in de bak gedaan. Ze biedt Lyra het water aan uit een kan en giet steeds kleine beetjes in de bak. Elke keer zegt ze het woord ‘water’ voor. Om Lyra te motiveren voor meer dan alleen het water heeft Roos een voorraad aan leuke dingen bij de hand die te combineren zijn met water. Roos zorgt dat de extra materialen achter haar op de grond liggen, zodat zij ze aan Lyra kan geven in plaats van dat Lyra het zelf pakt. Ze heeft onder andere een zeeppompje waarmee ze zeep gecontroleerd kan aanbieden. Lyra kan om ‘zeep’ vragen, waarna Roos een beetje zeep in het water spuit. Door met een lepel heel hard te roeren ontstaan er prachtige bellen. Mooi om naar te kijken en lek te prikken. Lyra vindt het grappig om te roeren en vraagt dan eerst om ‘zeep’ en dan om ‘lepel’. Roos heeft ook drinkrietjes waarmee ze in het water blaast en er nog grotere bellen ontstaan. Lyra kan dit nog niet zelf, wat maakt dat ze Roos hierbij nodig heeft. Om te vragen of Roos wil blazen vraagt Lyra ‘grote bellen’.
Jason vindt veel dingen leuk om mee te spelen, maar het vragen om speelgoed doet hij bijna niet. Misschien wel omdat hij zoveel interessant vindt lijkt hij geen moeite te willen doen om communicatie in te zetten. Hij kiest gewoon iets anders om mee te spelen. Dit maakt het lastig voor zijn ouders om hierbij aan te sluiten. Bij toeval heeft papa een spel gevonden dat Jason graag samen met hem doet. Ze hebben ontdekt dat knikkers in een lege colafles een interessant geluid maken als je hier mee schudt. Wat dit spel vooral leuk maakt is als Jason de fles heen en weer beweegt papa heel hard roept: “O jee, wat een kabaal, stilte alstublieft.” De overdreven ssst-gebaren van papa vindt Jason hilarisch. Papa geeft het spel de naam ‘kabaal met de fles maken’. Jason kan met deze zin om de fles met knikkers vragen en om papa’s reactie. Na een paar keer probeert papa of hij nog meer communicatie kan uitlokken met dit spel. In plaats van dat de knikkers al in de fles zitten, heeft hij deze apart in een zakje. Jason kan vragen: ‘Wil je de zak met knikkers openmaken?’, ‘Nu moet de rode, groene of blauwe knikker erin!’ en ‘Mag ik de fles hebben?’ Papa heeft nog veel ideeën om dit spel uit te breiden en Jason te helpen om meer te communiceren: een tweede fles om mee te schudden, rijst of pasta om de fles mee te vullen voor een ander geluid, met de flessen op de tafel trommelen of samen naar de keuken lopen en kabaal maken voor mama.
GRATIS DOWNLOAD
Wil je alvast zelf aan de slag met je kind, maar vind je het lastig om samen te spelen? Deze vragenlijst kan je hierbij helpen. Observeer je kind en beantwoord de vragen over zijn voorkeuren en interesses. Dit geeft je aanwijzingen over welk speelgoed en activiteiten je kan kiezen in spel.