Categorieën
Blog BijMees

Blog: De invloed van je houding op een kind met autisme

Oorspronkelijk verschenen op BijMees.nl – 27 augustus 2019

De invloed van je houding op een kind met autisme

Als ouder of professional heb je de mogelijkheid om van een spelmoment een leermoment te maken. Je eigen houding speelt hierbij een belangrijke rol. Wat je denkt over jezelf, over een kind en jullie interactie heeft invloed op het spel.

Een positieve houding

Mijn ervaring is dat kinderen met autisme heel gevoelig zijn voor de manier waarop een volwassene zich opstelt in het contact. Ik heb vaak gezien dat hoe een kind benaderd wordt, een verschil kan maken in hoeverre hij zich ontwikkelt. Zo kan het zijn dat in aanwezigheid van een volwassene die veel spanning uitstraalt, een kind zich terugtrekt, minder communiceert en meer probleemgedrag heeft. Terwijl een volwassene die vertrouwen heeft dat een kind kan leren en geniet van het contact, ervoor kan zorgen dat het kind meer initiatief, spel en communicatie laat zien. Voor mij bestaat een positieve houding uit de volgende eigenschappen: plezier, vertrouwen en acceptatie. Deze kenmerken licht ik hieronder verder toe.

Plezier

Soms ben je als volwassene zo gefocust op wat je een kind wil leren en hoe je dit kunt doen, dat je helemaal vergeet om plezier te hebben. Terwijl dit zo’n belangrijk component is. Wanneer je zelf plezier hebt in het spel met een kind, bevordert dit het leren. Ten eerste omdat je zelf meer energie en creativiteit hebt als je iets doet wat je leuk vindt. Je krijgt meer spelideeën en zorgt waarschijnlijk voor meer herhaling en daarmee meer mogelijkheden voor een kind om te leren. Daarnaast straal je plezier uit, wat aanstekelijk is. Als jij spel leuk vindt, zie je dit letterlijk terug in je gezichtsuitdrukking, stemgebruik en lichaamshouding. Jouw enthousiasme kan ervoor zorgen dat een kind meer open staat voor samenspel en nieuw speelgoed.

Merkbare spanning

Het tegenovergestelde is helaas ook waar. Gevoelens van bijvoorbeeld onzekerheid, angst en stress kan je eveneens uitstralen. Wanneer je als volwassene tijdens het spelen gespannen bent, zie je dit terug in je blik, je ademhaling en in hoe je stem klinkt. Zelfs als je je spanning probeert te verbergen kan het zijn dat je onbewust je schouders optrekt, praat met een meer vlakke stem, je kaken aanspant en je blik afwezig is. Juist deze tegenstrijdigheid in je houding kan verwarrend zijn voor een kind.

Vertrouwen

Een ander aspect van een positieve houding is de manier waarop je naar de ontwikkeling van een kind kijkt. Vertrouwen is een term die hier goed bij past. Zowel het vertrouwen hebben in de ontwikkeling van een kind als het vertrouwen geven aan een kind. Met vertrouwen hebben bedoel ik dat je ervan uitgaat dat een kind kan leren. Dat je gelooft in zijn leermogelijkheden en dat hij vooruit kan gaan. Zonder jouw vertrouwen in zijn ontwikkeling kan een kind het gevoel krijgen dat wat hij ook doet het niet goed genoeg is. Het kan hem bevestigen in twijfels en angsten.

Invloed

Gebrek aan vertrouwen in zijn leermogelijkheden heeft ook invloed op jouw handelen. Misschien geef je hierdoor te veel hulp en bied je hem te weinig uitdaging. Voor jezelf is het extra zwaar als je weinig vertrouwen hebt. Het maakt het lastig om doelen te bedenken, spelmomenten op te zetten en vooruitgang te zien. Naast het feit dat je gelooft in vooruitgang wil je een kind ook het vertrouwen geven dat de wijze waarop hij leert goed is. Je wilt hem het gevoel geven dat zijn eigen tempo het juiste is. En dat jij trots bent op en tevreden met de grote of kleine stapjes die hij maakt. Door een kind duidelijk te maken dat je niet te lage of te hoge verwachtingen hebt, voorkom je onzekerheid en faalangst.

Acceptatie

In mijn vorige blogs beschreef ik hoe je door aan te sluiten bij de motivatie van een kind hem zoveel kan leren. Weten wat een kind leuk vindt, is echter niet alles. Een onderdeel van een positieve houding is dat je de interesses van een kind ook accepteert. Dus weten wat hij interessant vindt en dit zonder oordeel ervaren. In mijn werk ben ik kinderen tegengekomen met de meest uiteenlopende interesses. Onder andere een jongen met een fascinatie voor het cijfer vijf, een jongen die helemaal weg is van de lamellen voor het raam, een meisje dat heel graag naar het groen en witte symbool van een nooduitgang kijkt en een jongen die in het museum over treinen alleen maar dezelfde trein wil bekijken. Ik merk dat het spelen met deze kinderen en het contact maken makkelijker gaat als ik voel en uitstraal dat het voor mij prima is wat zij fijn vinden. Ook als ik niet begrijp wat er zo interessant is aan iets waar een kind graag mee speelt, voel ik me blij dat hij daar zo’n plezier aan beleeft.

Oefening baart kunst

Bewust worden van je gedachten en gevoelens tijdens de interactie met een kind is een leerproces. Neem dit serieus en ga hier actief mee aan de slag. Wees eerlijk over hoe je je voelt, praat hierover met anderen of maak een video van jezelf tijdens het spelen. In de workshop die ik geef, besteden we veel tijd aan de invloed van houding. Je leert over factoren die kunnen belemmeren en factoren die ten goede komen aan een positieve houding. Doordat het vaak een gemixte groep van deelnemers is, zowel ouders als professionals, leer je enorm veel van elkaar.

 

Categorieën
Blog BijMees

Blog: Spelen met een kind met autisme – hoe houd je zijn motivatie vast?

Oorspronkelijk verschenen op BijMees.nl – 3 juni 2019

Spelen met een kind met autisme: hoe houd je zijn motivatie vast?

Samen spelen is dé manier om de ontwikkeling van een kind met autisme te stimuleren. Het leren begint als een kind er zelf voor kiest om bij je in de buurt te zijn en nieuwsgierig is hoe jij het spel nog leuker gaat maken. Maar spelen is niet makkelijk. Het is soms al een hele zoektocht om te ontdekken wat een kind graag doet. En dan volgt er nog een uitdaging: het vasthouden van zijn motivatie. Hoe zorg je ervoor dat een kind het leuk blijft vinden om samen met jou te spelen?

Wisselende motivatie

De interesses van een kind veranderen regelmatig. Deze kunnen per maand, per week, maar soms ook per dag verschillen. Vindt hij in de ochtend nog iets heel gaaf om te doen, ligt het speelgoed eind van de middag onaangeroerd in de hoek van de kamer. Soms zijn er periodes dat hij fan is van specifiek materiaal en van de ene op de andere dag helemaal niet meer. Ook interesse in jou kan wisselen van moment tot moment. Hoe voorkom je dan dat een kind in spel snel afhaakt en zich voor je afsluit? Ik geef je vijf tips.

I. Houd het spel kort

Geef nieuw speelgoed of een activiteit vooral niet te lang. Juist door het kort aan te bieden kun je steeds controleren of een kind het nog wil. Zodra hij opnieuw naar het speelgoed kijkt of bij je blijft, geef het dan weer. Verliest hij zijn interesse, zet het dan weg en ga op zoek naar iets anders. De totale tijd dat jullie samen spelen hoeft ook niet lang te zijn. Korte momenten waar jullie eventjes veel lol hebben, zijn heel waardevol. Stop met spelen als het nog leuk is. Op deze manier zorg je dat het haalbaar blijft voor jezelf, je nog spelideeën hebt voor de volgende keer en een kind geïnteresseerd blijft in spel met jou. Het is effectiever om meerdere, korte spelmomenten per dag te hebben, in plaats van één keer per dag langer spelen totdat een kind het zat is.

II. Rouleer met speelgoed

Soms is het een valkuil om steeds hetzelfde speelgoed aan te bieden waarvan je zeker weet dat een kind dit leuk vindt. Juist door te variëren houd je favoriet materiaal langer leuk en heb je meer opties om aan te bieden als het kind iets anders wil doen. Een kind raakt eerder uitgekeken op speelgoed dat altijd vrij voorhanden is, bijvoorbeeld als het standaard in de speelruimte ligt. Ruim daarom op. Ook als een kind speelgoed nog steeds leuk vindt, kan het nuttig zijn om af te wisselen. Je kunt gebruik maken van een afgesloten kast, waar je speelgoed een tijdje opbergt en er niet mee speelt, om het vervolgens weer tevoorschijn te halen. Speelgoed dat niet altijd aanwezig is, is automatisch interessanter.

III. Zorg voor een originele speelplek

Varieer om de zoveel tijd waar je speelgoed neerzet. Zet bijvoorbeeld de trampoline eens voor het raam en een andere keer weer in de gang. Door niet alles op dezelfde plek te zetten blijft het spelen onvoorspelbaar en interessant. Schuif een keer de meubels aan de kant zodat jullie door de kamer kunnen rennen. Gebruik een kleed om een eiland op de grond te maken of een tent te bouwen. Als een kind niet aanwezig is kun je speelgoed op een grappige manier klaarzetten. Boerderijdieren in de vensterbank die uit het raam kijken, de blokken Lego op kleur gesorteerd, een lievelingsknuffel die een boek leest of een treinspoor onder de stoelen en eettafel. Zodra het kind zijn speelgoed in een onverwachte positie aantreft, kan dit een begin zijn van spel.

IV. Speel op verschillende plekken

Besef dat jullie speelplek overal kan zijn. In de woonkamer, de slaapkamer van een kind, maar ook aan de keukentafel, in de tuin, op de fiets of in de supermarkt. Een vaste speelkamer is niet nodig. Juist variatie in de plek waar jullie spelen geeft inspiratie voor nieuwe spelideeën. Daarnaast draagt het bij aan de generalisatie van vaardigheden. Dit betekent dat een kind sneller dingen die hij in de ene ruimte leert, ook ergens anders kan toepassen.

V. Volg de ontwikkeling van het kind

Een reden waarom een kind speelgoed minder leuk vindt of er iets anders mee wil doen, kan zijn dat hij zich verder ontwikkelt. Doordat hij meer vaardigheden leert, ontstaan er nieuwe interesses. Stel dat een kind leert om ‘doen alsof’ te spelen. Dan kan hij nu geïnteresseerd zijn in speelgoedgroente om zijn knuffels eten te geven. Voorheen was het speelgoedeten alleen leuk om uit elkaar te halen en ergens in te doen. De ontwikkeling van een kind kan er voor zorgen dat speelgoed minder aansluit. Stel een kind was eerder dol op insteekpuzzels. Maar nu zijn visuele vaardigheden verbetert zijn, beleeft hij meer plezier aan uitdagende puzzels. Hetzelfde geldt voor boeken. Zodra zijn woordenschat uitbreidt, geeft een kind waarschijnlijk de voorkeur aan boeken met foto’s en plaatjes boven voel- of knisperboekjes.

Meer inspiratie?

Aan jou om goed te observeren welk spel geschikt en interessant is voor het kind. Voor meer inspiratie staan in mijn boek ‘Speel, leer en communiceer’ tientallen spelideeën om samen te doen.

Categorieën
Blog BijMees

Blog: Vier tips voor het spelen met een kind met autisme

Oorspronkelijk verschenen op BijMees.nl – 15 april 2019

Vier tips voor het spelen met een kind met autisme

Contact maken met een kind met autisme kan lastig zijn. Sommige kinderen zijn zo in zichzelf gekeerd dat zij hun omgeving amper lijken op te merken, andere zijn nieuwsgierig, maar trekken zich terug zodra een volwassene naar hen toekomt. Er zijn kinderen met autisme die helemaal gefascineerd zijn door één specifiek onderwerp, terwijl bij andere kinderen het juist heel moeilijk is om te ontdekken wat ze leuk vinden. Het kan een zoektocht zijn hoe je als ouder of professional een kind het best benadert.

Spel

Een mooie manier om aansluiting te vinden bij een kind met autisme is door samen te spelen. In spel volg je de interesses van het kind. Zijn of haar motivatie is altijd je uitgangspunt. Door jezelf te koppelen aan datgene wat een kind leuk vindt om te doen en het spel uit te breiden, ervaart hij dat met jou erbij de situatie leuker, spannender en interessanter wordt. Zo creëer je een ingang voor contact en leren. In deze blog geef ik vier tips hoe je kunt spelen met een kind met autisme. De tips komen uit mijn boek ‘Speel, leer en communiceer’, waarin ik een aanpak beschrijf om kinderen met behulp van spel te leren communiceren.

I. Observeer

Dé manier om te ontdekken waar de motivatie van een kind ligt is door hem te observeren als hij alleen speelt. Kijk naar wat hij doet als hij zelf speelt en welk speelgoed hij interessant vindt. Pas als je weet wat een kind echt wil, kun je een bron van leuke dingen worden. De kunst van goed observeren is heel gedetailleerd kijken. Het kan onvolledig zijn om te zeggen ‘Lars houdt van auto’s’. Om echt bij hem aan te sluiten is het nodig om te kijken wat hij zo boeiend vindt aan de auto’s. Stel jezelf zo veel mogelijk vragen. Gaat het om de auto als geheel of meer om de wielen? Stel dat een kind geïnteresseerd is in de wielen. Gaat het dan om het draaien van de wielen of misschien wel om het gevoel van de rubberen wieltjes op zijn handen? Misschien gaat het niet zozeer om het rijden met auto’s, maar is een kind vooral gemotiveerd om ze naast elkaar te zetten. Het ene kind speelt een file na, het andere heeft plezier met het sorteren op kleur, grootte of type auto. Zo zijn er talloze variaties van spel waar een kind geïnteresseerd in kan zijn. Aan jou de taak om te ontdekken wat hij het leukst vindt.

II. Oefen met spelen

Leuk en creatief spelen kun je oefenen. Een handige manier om dit te doen is om voor één soort speelgoed zoveel mogelijk spelhandelingen te bedenken. Bijvoorbeeld spelen met een bal. Vaak kom je eerst op de meer vanzelfsprekende spelhandelingen, zoals: rollen, gooien, schoppen en vangen met de bal. Maar probeer nu eens te bedenken wat je er nog meer mee kunt doen.

  • Doe alsof de bal een knop is en roep heel hard ‘piep’.
  • Jullie kunnen testen hoeveel ballen je onder je T-shirt kan verstoppen.
  • Houd twee ballen op je oren voor een bijzonder geluidseffect.
  • Probeer de bal op je hoofd te balanceren.
  • Beplak de bal met stickers alsof het een gezicht is: twee ogen, een neus en een mond.

III. Heb interesse

Wees geïnteresseerd in wat een kind doet en toon je belangstelling. Dit kun je letterlijk uitspreken, maar dit hoeft niet. Bedenk voor jezelf wat je aanspreekt aan wat een kind doet, dit straal je dan automatisch uit. Een spelmoment starten met oprechte interesse van jou heeft zo’n positief effect op jullie interactie. Wel heel belangrijk bij dit punt is, dat je het meent. Roep niet ‘Wat een prachtige tekening!’, als je dat eigenlijk niet vindt. Kinderen voelen dit aan. Zodra je bij jezelf merkt dat je minder enthousiast bent over een bepaalde activiteit, zoek dan iets anders wat hij doet waar je wel vrolijk van wordt. Jouw nieuwsgierigheid naar een kind is zo waardevol in spel.

IV. Doe een kind na

Een techniek die je altijd kunt toepassen om contact te maken met een kind is hem nadoen. Imiteer zijn gedrag, spel en taalgebruik. Veel kinderen vinden het grappig als je meedoet en letterlijk doet wat zij doen. Soms om het mooie effect. Spetteren in een bak met water bijvoorbeeld geeft met zijn tweeën dubbel zo’n mooi resultaat. Daarnaast kan imitatie van een kind een gevoel van erkenning en bevestiging geven. Het geeft jou bovendien veel informatie over zijn motivatie. Als je twijfelt waarom een kind bepaald gedrag laat zien, doe mee en doe hetzelfde. Vaak ervaar je dan beter wat een activiteit inhoudt dan alleen ernaar kijken. Stel een kind speelt graag met langwerpige voorwerpen, zoals stokjes, stiften of takjes. Hij beweegt dan het stokje heel snel voor zijn ogen heen en weer. Je hebt het vermoeden dat het om het visuele effect gaat van het bewegende stokje. Maar hoe ziet dat effect er eigenlijk uit? Om echt te zien waar een kind graag naar kijkt, kun je dit het beste zelf proberen. Als extra ontdekking ervaar je dat het wapperen met het stokje niet alleen mooi is om naar te kijken, maar ook een windvlaag geeft die koel aanvoelt op je wang. Al jouw bevindingen kun je weer gebruiken om nog beter aan te sluiten bij het kind.

Extra

Zoek je meer hulp bij het ontdekken wat een kind leuk vindt om te doen, dan staat er op de website van mijn boek ‘Speel, leer en communiceer’ een handige (gratis) vragenlijst. Observeer een kind en beantwoord de vragen over zijn voorkeuren en interesses. Dit geeft je aanwijzingen over welk speelgoed en activiteiten je kunt kiezen in spel.

 

Categorieën
Nieuws

Nieuwe data workshop

De workshop Speel, leer en communiceer op vrijdag 24 januari zit vol! Maar er zijn alweer nieuwe data gepland.
Wil je ook graag leren hoe je een kind met autisme spelenderwijs kan leren communiceren? Schrijf je dan nu in!
 
Workshop 17 april – terugkomdag 22 mei
Workshop 12 juni – terugkomdag 3 juli
 
Klik hier voor meer informatie
Categorieën
Blog BijMees Nieuws

BijMees stopt

De website BijMees.nl, waar ik blogs voor schreef is er helaas mee gestopt. Lees hier de aankondiging hierover. De meest gelezen blogs die ik voor het platform heb geschreven, publiceer ik opnieuw op mijn eigen site. Binnenkort zijn deze te lezen op de nieuwspagina van mijn website.

 

Categorieën
Artikel

Artikel in VakbladVroeg

De nieuwe editie van Vakblad VROEG is uit, met daarin een artikel door mij geschreven: Leer kinderen met autisme vragen wat ze willen. Lees het volledige artikel hier: VROEG_NR04_DEC_2019_pag18-19

Categorieën
Nieuws

NVA AutismeCongres

Het was een mooie dag, vrijdag op het NVA Congres! Klik hier voor een impressie.

Categorieën
Nieuws

Signeersessie op NVA congres

Vrijdag 15 november is het NVA AutismeCongres in Utrecht. Met interessante lezingen, workshops én signeersessies met auteurs. En hier sta ik bij met ‘Speel, leer en communiceer’! Kom je langs?

 

Categorieën
Blog BijMees

Nieuwe blog: De invloed van je houding tijdens spel

Je eigen houding ten opzichte van je kind heeft veel invloed op jullie spel. Wanneer jij plezier hebt, vertrouwen voelt over de ontwikkeling van je kind en zijn interesses accepteert, bevordert dit het leereffect van spel. Een positieve houding is niet iets wat je doet, maar wat je voelt en uitstraalt.

Lees hierover in mijn nieuwste blog op de website BijMees: Dé online community voor de jeugdhulp.

Categorieën
Nieuws

Workshop geaccrediteerd bij de SKJ

Goed nieuws vandaag: Workshop geaccrediteerd!

De accreditatie-aanvraag voor de workshop Speel, leer en communiceer is goedgekeurd door de commissie van het Kwaliteitsregister Jeugd in de categorie Informeel leren – Workshop.

Voor de Workshop en Terugkomdag totaal 11 punten.

• Workshop Speel, leer en communiceer: 5 punten

• Terugkomdag: 6 punten

Accreditatienummer: SKJ204781